vernacular architecture

Ook, soms: volksarchitectuur. Vernacular architecture is de bouwwijze waarbij lokale materialen, bouwmethoden en tradities worden toegepast, zonder gebruik te maken van professionele architecten. De vorm van een gebouw in een bepaalde vernacular bouwstijl is vaak langzaam gegroeid: door schade en schande is men wijs geworden en is een bepaald type gebouw voor die streek het "handigst" gebleken, zonder dat er een beroepsarchitect of -ingenieur aan te pas kwam.

Een gebouw in vernacular architecture is afhankelijk van de lokale situatie:
- het bouwmateriaal moet in de regio ruim beschikbaar zijn
- het bouwmateriaal moet gemakkelijk te verwerken zijn
- de bouwwijze moet redelijk eenvoudig zijn (geen complexe constructies)
- het klimaat (in warme streken bijvoorbeeld met dikke muren en kleine ramen om de warmte buiten te houden; in koude streken vaak langwerpig om ook het vee in de winter onderdak te bieden)
- tradities van de streek (vorm, materiaal, kleur, beschilderingen, andere traditionele uitingen)
- bij nomaden moet het bouwwerk snel op te bouwen zijn.

Voorbeelden van vernacular architecture zijn, o.m. afhankelijk van het klimaat, de materialen die in de regio beschikbaar zijn en de behoeften:
- plaggenhutten (waar weinig bos is maar veel gras; in Drenthe bouwden "de met de ontginningen meetrekkende kolonisten eenvoudige huizen van allerlei natuurproducten en restmaterialen" waarbij ontginningen het steken van turf betreft en als het turfsteken zich wat verder verplaatste werden nieuwe plaggenhutten gebouwd; spitkeet is een ander woord voor zo'n verblijfplaats)
- huizen van klei, leem of leemsteen zoals de tolek (waar veel zon is om de leemsteen te drogen en weinig regen valt; regen spoelt het leem uit)
- blokhutten (waar veel bos is, dikke stammen worden gebruikt)
- natuurstenen huizen zoals taigh dubh en trullo (waar veel losse stukken rots zijn)
- recycling-huisjes zoals de leche klim of casa klim huisjes (waar veel lege blikken melkpoeder zijn)
- rotswoningen (grotwoningen; waar de rots zacht genoeg is om gemakkelijk in te schrapen en te hakken maar stevig genoeg is om niet in te storten; de rotswoning geeft ook bescherming)
- tenten zijn snel op te bouwen, van bijvoorbeeld dierenhuiden zoals de tipi van de Indianen, de ger van de Mongolen, de joert in Centraal-Azië en de min van de Rendille-nomaden in Noord-Kenia (waar andere materialen ontbreken, bijvoorbeeld in droge streken en toendra's, en dierenhuiden beschikbaar zijn; de bouwwijze moet snel opbouwen mogelijk maken)
- huizen van takken en gedroogd gras zoals de indlu's (met één toegang en zonder ramen, tegen de hitte en als bescherming tegen andere stammen en wilde dieren)
- rieten huizen zoals de mudhifs in Irak (waar veel riet beschikbaar is en voldoende bescherming biedt tegen het weer)
- bamboe huizen (sterk en stevig)
- huizen van ijs of sneeuw zoals de iglo's
- huizen op palen of terpen (om boven het al of niet permanente water uit te steken)
- vakwerkhuizen (waar eiken bossen waren)
- balloon-frame huizen in de Verenigde Staten (een stevig huis met als skelet veel relatief dunne balkjes)
- houten shotgun houses in het zuiden van de Verenigde Staten
- schuurtjes e.d. in achtertuinen (vooral vroeger, soms van sloophout) 
- bakstenen huizen (waar klei beschikbaar is en men ovens kan bouwen).

Aspecten van vernacular architecture
Vernacular architecture is een verzamelnaam voor allerlei bouwwerken die op de een of andere manier met de streek te maken heeft; de architectuur wordt genoemd: primitief, traditioneel, voorouderlijk, anoniem.
Aspecten zijn o.m.:
- Handwerk met gebruik van lokale middelen is het uitgangspunt. Vaak werkt een familie of gemeenschap aan het gebouw.
- Het predicaat "primitief" is vaak niet van toepassing, mede omdat de vorm afhankelijk is van een door de gemeenschap gewenste stijl is, bijvoorbeeld met speciaal schilderwerk of een bepaalde vorm die niet noodzakelijk is voor het gebruik (de versieringen uit gesneden hout en het hoge zadeldak van het Indonesische batak-huis).
- Vaak wordt bij vernacular style aan zeer oude gebouwtjes gedacht of gebouwtjes van primitieve stammen, maar ook in de sloppenwijken van grote steden is men zo slim om zelf een bepaald type huis te bouwen dat opgebouwd is uit afvalmateriaal en dat aan de (meest noodzakelijke) behoeften voldoet; bijvoorbeeld de huisjes van leche klim (van lege melkpoederblikken).
- Onder invloed van de milieubewegingen is er meer aandacht voor het recyclen van materialen en het toepassen van natuurlijke en "lokale" materialen (vervoer over een lange weg kost veel energie). Dat betekent ook dat er meer aandacht is voor vernacular architecture.

Overigens, ook professionele architecten zouden dergelijke bouwwerken kunnen ontwerpen.

Voorbeelden van vernacular architecture


klik op de meeste afbeeldingen voor groter

plaggenhut met rieten dak, openluchtmuseum ellert en brammert, schoonoord, drenthe (foto a.j. van der wal, beeldbank cultureel erfgoed document 402552):


iets moderner plaggenhut (plaggenhuis?) met twee houten gevels en ramen, openluchtmuseum ellert en brammert, schoonoord, drenthe (foto a.j. van der wal, beeldbank cultureel erfgoed document 401610):


lemen huizen: 


leemsteen (adobe), lemen stenen liggen te zonnen:


taigh dubh, met muren in rechte hoeken (photoeverywhere):


rotswoningen in göreme, cappadocië, turkije (foto jacob meinardi):


indlu, ondini, zuid-afrika (foto john a. forbes):


rieten huis, mudhif:


bamboe woning:


een vakwerkhuis:


balloon-frame in de verenigde staten:


De term vernacular is Engels voor landstaal of moedertaal, afgeleid van het Latijnse vernaculus (inheems, oorspronkelijk), van verna (inboorling, in het huis van zijn meester geboren slaaf), dat van Etruskische oorsprong is.

Verg. ambachtelijk-traditionele bouwtrant, cottagestijl, arts and crafts beweging.