spijkergeld

1. Spijkergeld is waarschijnlijk de benaming voor de boete die betaald moet worden als in te zagen hout de zaag op ijzer stuit. 
Voor velen is het bekend dat het nogal slecht is voor de zaagtanden als het zaagblad op een spijker of schroef in het hout stuit. De kosten hiervan werden soms spijkergeld genoemd. In de windzaagmolen van het landgoed Twickel bij Delden (gebouwd 1771) hangt een houten bordje dat de kosten vermeldt "Als een zaag op ijsser stoot: 12 stuivers", een aardig spijkergeld als je bedenkt dat het zagen van 100 voet eiken toen 20 stuivers kostte.
Afbeelding Meubelmakerij Kopshout.
Met dank aan Gijs Nederlof voor zijn artikel hierover in de Gildebrief van Ambacht & Gereedschap.


2. Gijs Nederlof kwam de term spijkergeld ook tegen bij het hypotheekwezen: "Bij hypotheken met Nationale Hypotheek Garantie kunt u vanwege de regels van Nationale Hypotheek Garantie alleen het restbedrag van maximaal € 2.500,00 (spijkergeld) vrij (dus zonder nota's of facturen) opvragen."

Doel van dit spijkergeld is de eerste nota's te kunnen voldoen. 


3. Niet gerelateerd aan de bouwsector maar toch vermeldenswaard, ook als bron Gijs Nederlof (en Wikipedia): Romeinse soldaten moesten waar mogelijk hun eigen uitrusting zelf onderhouden om zo kosten uit te sparen. De spijkers waarmee de sandalen werden beslagen, dienden na slijtage door de manschappen zelf vervangen te worden. Daarvoor werd een vergoeding gegeven, die spijkergeld heette.
Afbeelding Imperium Romanum (Duitse term Nagelgeld).