schenkelspant, philibertspant

Een schenkelspant of philibertspant (philibertkap) is een dakspant gemaakt van gebogen spanten. Het spant werd meestal samengesteld uit een aaneenschakeling van "kromme" houtdelen (schenkels). Het schenkelspant of philibertspant heeft ten opzichte van het "normale" dakspant het voordeel dat gemakkelijker grote ruimten te overbruggen zijn: door de gebogen vorm is er meer nuttige ruimte onder de kap, vooral als er geen makelaar en spantbalk is. Nadeel is het feit dat er gekromd hout nodig is; daarom werd vroeger vaak een Philibertspant gemaakt van een reeks korte planken, op elkaar gespijkerd werden of met bouten en beugels op elkaar werden geklemd.
Het gekromde hout werd ook wel gemaakt van normaal recht hout, dat in een kromming gezaagd is en in drie lagen aaneen de schenkel vormt, dus een vorm van een gelamineerd spant, zoals in extreme vorm bij het Emy-spant.

Er zijn verschillende vormen schenkelspanten, onder meer:
- een spant van één halve cirkel (de eenvoudigste vorm)
- twee boogdelen die bovenaan op enige afstand van de nok in elkaar grijpen
- twee boogdelen die bovenaan elkaar raken (en zo een soort spitsboog vormen; met het oog op de druk van het dak werd deze vorm aanbevolen)
- met of zonder makelaar en spantbalk.

Met dit type spant kan eigenlijk elk kapvorm worden gemaakt; soms is het een gebogen kap of een mansardekap.

De naam philibertspant komt van de Franse bouwmeester Philibert de l'Orme (ook: Philibert Delorme; 16e eeuw; het spant is gepubliceerd in 1561). In de tweede helft van de 19e eeuw was er een opleving met philibertspanten.

"Door alleen de onderste delen als schenkels uit te voeren werd bespaard op arbeid. Het maken van schenkelspanten stond namelijk bekend als arbeidsintensief." (Patrick Bosman in Nieuwsbrief Bouwhistorie juli 2021 van Stichting Bouwhistorie Nederland.) Dit type schenkelspant wordt wel eens knieschenkel genoemd. Soms bestaat het gekromde deel uit meer lagen hout.


schenkelspant of philibertspant, in de vorm van een halve cirkel (boek houten kappen in nederland 1000-1940, herman janse, 1989):


schenkelspant of philibertspant, elkaar snijdende schenkels (boek houten kappen in nederland 1000-1940, herman janse, 1989):


schenkelspant of philibertspant, met makelaar en elkaar rakende schenkels (boek houtconstructies, zwiers, 1920):


schenkelspant of philibertspant, elkaar snijdende schenkels, hoek brink en assenstraat, deventer


schenkelspant of philiberspant, schenkels raken elkaar bovenaan via de makelaar;
klik voor groter (handboek voor timmerlieden, h.j. de groot, 1914; pdf vanaf p. 252):


schenkelspant of philiberspant, schenkels raken elkaar bovenaan via de makelaar;
klik voor groter (foto bert willemsen):


verstevigde variant waarbij het spant uit drie delen bestaat waarvan het middelste van nok tot muurplaat loopt (dus aaneengeschroefd schenkelspant, recht spant, schenkelspant);
klik voor groter (handboek voor timmerlieden, h.j. de groot, 1914):


ook wel een schenkelspant of philiberspant te noemen, hoewel het ook een combinatie van een ardant-spant en een engels spant lijkt, in ieder geval een soort vakwerkspant, stedelijk gymnasium leiden, fruinlaan 15, ca. 1936;
klik voor groter (erfgoed leiden):


onderdeel van het spant van de vorige afbeelding; de plaats waar de boog van het spant hecht in de vloer/muurplaat;
klik voor groter (erfgoed leiden): 


mogelijke opbouw van een deel van een schenkelspant of philibertspant (boek houten kappen in nederland 1000-1940 van herman janse, 1989):


philibertspant uit het boek nouvelles inventions pour bien bastir etc., philbert de l'orme, 1561;
klik voor groter:


een dak dat inwendig met schenkelspanten is geconstrueerd, molenstraat 110, oss (organon):


knieschenkel: alleen het onderste deel van het spant is gekromd, het vervolg is recht (grijs in de schets):


Verg. krommer.

Eng. Philibert truss