rib

1. Ook: ribbe. Een rib is een lange houten "lat" van vierkante of rechthoekige doorsnede. Ook ribben in beton of andere materialen komen voor.

Zie bijvoorbeeld ribcassettevloer.

Eng. rib


2. Ook: ribbe, gewelfrib, gewelfribbe. Een rib of gewelfrib is een vaak natuurstenen strook tegen de onderzijde van een gewelf (specifieker: een ribgewelf) of aan de zuil van een bouwwerk. De gewelfrib begint meestal op een zuil of console of in de muur zelf. Bovenin het gewelf eindigen de ribben in een sluitsteen of een gewelfsleutel.
Doel van de gewelfribben is de krachten van de gewelfvelden op te vangen en door te geven aan de bouwdelen waar de ribben beginnen.
Denk bij deze betekenis van rib inderdaad aan een rib in de borstkas: gekromd en lang en een verbindende functie.

Een gewelf met ribben is een ribgewelf


klik op de afbeeldingen voor groter

deze foto van belgiumview toont een deel van de ruïne van abdij orval in belgië:


aanzetstenen van gotische gewelfribben steken voor een deel in de muur waardoor zij de rib en het gewelf stevig in positie houden; de kracht wordt hierdoor zowel op de zuil als op de muur overgebracht (boek meester-metselaars van nicola coldstream, afbeelding cathedral library, winchester):


Het woord rib is afkomstig van ribbe, van het Protogermaanse ribjo, ouder nog rebja (bedekking van de borst), van het Proto-indogermaanse werkwoord rebh (van een dak voorzien, bedekken); bron Etymologiebank.

Zie ook gordelboog, lierne, schalk, tierceron.

Eng rib (gewelfrib) is rib; (kruis)ribgewelf is rib vault, ribbed vault


3. Een rib is een lid (segment) van bijvoorbeeld een gelede radiator. (Ook de minder duidelijke ophogingen van een moderne radiator worden wel ribben genoemd.)


"ribben" bij een meer hedendaags type radiator: 


  Eng. rib