pothuis, potkast

1. Een pothuis of potkast is een vaak halfondergrondse bergplaats met een hellend dakje aan de voorzijde of aan de zijkant van een woning of winkel. Vaak werd de potkast naast het trapje gebouwd dat van de stoep naar de voordeur leidt (dat deel van de stoep was ook eigendom van de eigenaar van het pand).

Doel van het pothuis was waarschijnlijk:
- meer ruimte te hebben en wel dichter bij het publiek (op dezelfde "hoogte" immers als de stoep, bijvoorbeeld voor verkoop van potten en pannen)
- (indien van toepassing) een buitenwaardse verbinding naar de kelder, handig voor aanlevering van goederen.


pothuis, diverse pothuizen, houtsnede jan boon, genealogiepagina e.m. habben jansen:


oude kijk in 't jatstraat, groningen (
klik voor de locatie in google maps):


postkasten aan een gracht in sneek;
klik voor de volledige afbeelding (detail uit "historische stadsatlas nl" van martin berendse en paul brood): 


Voor veel mooie foto's zie Wikipedia.

Etymologie
Pothuis is de "benaming van een klein en laag huisje tegen een grooter huis aan gebouwd, dat oorspronkelijk diende om potten en pannen te bergen. Vgl. pottecasse. Later ook gebruikt o.a. als werkplaatsje van schoenlappers of schuurtje van kruiers, o.a. te Amsterdam. De pothuizen verdwijnen langzamerhand, maar de naam blijft bewaard in spreekwijzen (Harreb. 2, 198; ook in: 'bedaar, Arie, en blijf in je pothuis')". Bron Instituut voor de Nederlandse taal.

Verg. werfkelder, aanbouw.

Eng. (omschrijving) semi-underground cellar extension


2. Pothuis is het bouwsel om het scheprad van een watermolen, dus de behuizing van het scheprad.