Artikel over klokkenstoelen, van Wil Plantinga *)

Klokluiden tegen de verdwijnende zon 

U treft ze aan op de meest onverwachte plekken tussen het struweel: klokkenstoelen. In Fryslân staan 56 van deze mysterieuze bouwwerken. Waarom werden ze gebouwd, en wat is of was de functie van die dingen? In het Friesch Dagblad een serie over de klokkenstoel. 

Een klokkenstoel is van oorsprong een stellage van dikke houten balken waarin een of meerdere luidklokken hangen. Deze klokkenstoelen moeten de grote krachten die tijdens het luiden van de klokken ontstaan opvangen en reduceren. Er zijn klokkenstoelen in kerktorens en vrijstaande klokkenstoelen met een eigen dak. In deze serie gaat het over de vrijstaande klokkenstoelen met een eigen dak. 
De vrijstaande klokkenstoelen bestaan uit een stellage van hout, van staal of beton waarin één of meerdere klokken hangen die worden geluid bij plechtigheden zoals begrafenissen en herdenkingen. De luidklokken in de stoelen zijn soms heel oud, enkele dateren zelfs uit de veertiende en vijftiende eeuw. 
’s Zomers staan de klokkenstoelen verscholen tussen het groen van de bomen rond de begraafplaatsen, de plek waar de meeste klokkenstoelen zich bevinden. 
De klok hangt aan een dwarsbalk, de zogenaamde luid-as, die met behulp van lagers kan kantelen. De klok wordt geluid door in een regelmatig ritme aan het touw te trekken. 
In veel kleine dorpen, vooral op de armere zandgronden van zuidoost Fryslân, had men voldoende middelen voor de bouw van een eenvoudig kerkje, maar voor het bouwen van een toren waarin de luidklok moest worden opgehangen ontbrak vaak het geld. 

Verzakken 

Bovendien moest rekening worden gehouden met de ondergrond: als de bodem zacht en veenachtig was kon de toren gaan verzakken. Een eenvoudige oplossing vond men door een torenachtig bouwsel te maken van eikenhouten stammen uit het bos. Zo ontstonden de eerste klokkenstoelen bij de kleine kerkjes. 
Een klokkenstoel werd meestal gebouwd door de dorpstimmerman. De knappe constructie en de doeltreffende houtverbindingen van sommige stoelen wekken ook nu nog veel bewondering. 
Klokkenstoelen worden soms wel de ‘klokkentorens van de armen’ genoemd omdat ze het meest voorkomen in minder welvarende streken, zoals het zuidoosten en het zuidwesten van Friesland. In veel dorpen is de klokkenstoel eenzaam achtergebleven op de begraafplaats omdat de kerk wegens bouwvalligheid en geldgebrek werd gesloopt. 
Het oorspronkelijke gebruik van klokken is zeer oud. Een citaat uit het rooms-katholiek kerkrecht uit 1169 schreef voor dat iedere kerk of openbare kapel een klok moest bezitten om de gelovigen op te kunnen roepen tot gebed of kerkdienst. Later kwamen er diverse andere openbare functies bij voor de bewoners in de omgeving. 
De klok(slag) bekrachtigde officieel de wetten of verordeningen die vanuit het stadhuis werden afgekondigd. Daaruit ontstond het spreekwoord: ‘aan de grote klok hangen’. 

Landarbeiders 

Maar ook op doordeweekse dagen had de klok een functie. Hij luidde enkele malen per dag om werk- en rusttijden aan te geven. Boeren en arbeiders in het veld hadden namelijk geen horloge en waren afhankelijk van klokgelui om te weten of het etenstijd was of dat de rusttijd was aangebroken. 
Bij een sterfgeval werd de klok geluid en daarna tijdens de begrafenis. 
De klok waarschuwde bij brand of bij een vijandelijke aanval. Ook bij watersnood liet de klok haar alarmerende geluid horen. 
De klokken regelden het leven in dorpen en steden. Iedere burger herkende de signalen die via allerlei klokken uitgezonden werden. Sommige klokken waren gegoten voor een speciaal doel en ontleenden daar ook hun naam aan. Bijvoorbeeld de Poortklok of de Marktklok. 
Tegenwoordig beperkt het klokluiden zich hoofdzakelijk tot het oproepen voor kerkdiensten, begeleiden van begrafenissen, het oproepen tot herdenken en het inluiden van feesten. 

Eigendom 

Klokkenstoelen kunnen heden ten dage in het bezit zijn van allerlei instanties, zoals een (burgerlijke) gemeente, een kerkvoogdij, een begrafenisvereniging, een particulier, een stichting of het plaatselijk belang van een dorp. 
Zo bezit de Stichting Alde Fryske Tsjerken onder andere twee klokkenstoelen: die van Goďngarijp en van Nijeholtwolde. De Stichting Restauratie Hulpfonds Klokkestoelen daarentegen heeft zelf geen klokkenstoelen in eigendom. 
De vorm van het dak van een klokkenstoel is vaak karakteristiek voor een bepaalde streek. Zo komen in het zuidwesten van Friesland klokkenstoelen voor met een helmdak. In het zuidoosten vindt men veel klokkenstoelen met een zadeldak of schilddak. 
Het zadeldak komt onder meer voor bij de klokkenstoelen in Giethoorn, Oudehorne, Katlijk, Rottum en Nijeberkoop. 
Het schilddak bij de klokkenstoelen in Elsloo, Fochteloo, Langedijke, Oosterwolde en Ureterp. 
Het helmdak is een andere bouwwijze. Enkele voorbeelden hiervan zijn de klokkenstoelen in Follega, Legemeer, Nijelamer, Ruigahuizen en Ypecolsga. 
Het piramidedak vindt men in IJhorst, Wanneperveen, Wapserveen en Solwerd. 
Dan kennen we nog de omtimmerde klokkenstoel, ook wel klokhuis genoemd. Hier zijn de zijkanten met planken of dakpannen bekleed waardoor er een soort huisje is ontstaan. Deze klokhuizen treft u aan in Enkhuizen, Hennaard, Hartwerd en Sneek. 
De oudste functie van het klokluiden was het weren van kwade invloeden en boze geesten. 
Men meende dat klokken bovenmenselijke krachten bezaten. Vooral gewijde klokken zouden het kwaad bezweren en de duivel op afstand kunnen houden. Klokluiden zou ook blikseminslag verhinderen. De teksten op zeer oude klokken refereren daar nog aan: fulgare frango (ik breek de bliksem). 

Heidens lawaai 

In voor-christelijke tijden was men in de donkerste periode van het jaar bang dat de zon bezig was te verdwijnen omdat die steeds korter scheen. Men gaf allerlei demonische krachten hiervan de schuld. Om deze demonen te verdrijven maakte men een ‘heidens’ lawaai. Zo ontstond de gewoonte om in de donkere dagen voor het einde van het jaar langdurig en stelselmatig de klok te luiden. 
Sinds mensenheugenis was het de gewoonte om van 21 tot en met 31 december van zonsopgang tot zonsondergang onafgebroken de klok te luiden. Dit gebruik leeft nog steeds voort in de dorpen Oudehorne en Katlijk. 
In Oudehorne worden op 31 december ‘s middags de traditionele jaarlijkse jeugdwedstrijden gehouden waarbij het luiden met de twee klokken in een regelmatige cadans, de zogenaamde ‘vierkante slag’, wordt gedemonstreerd. 

Erfgoed 

Van de ongeveer 140 historische klokkenstoelen in ons land zijn er zo’n 70 bewaard gebleven, waarvan 56 in Fryslân. De overige historische klokkenstoelen bevinden zich hoofdzakelijk in de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en Noord-Holland. 
Al sinds 1975 legt de Stichting Restauratie Hulpfonds Klokkestoelen zich toe op het behoud en de restauratie van historische klokkenstoelen. Deze kleine monumenten zijn vaak onlosmakelijk verbonden met het landschap en de leefomgeving. Klokkenstoelen met hun soms heel oude luidklokken behoren tot ons culturele erfgoed en hebben een bijzondere historische waarde. 
De Stichting Restauratie Hulpfonds Klokkestoelen stelt zich ten doel om in samenwerking met de eigenaren, alle historische vrijstaande klokkenstoelen te beschermen voor verwaarlozing en verval, en voor de toekomst te behouden. In de praktijk wil dat zeggen dat de technisch adviseur van de Stichting regelmatig klokkenstoelen inspecteert. Daarna vindt er overleg plaats met de eigenaar van de klokkenstoel over eventuele noodzakelijke restauratie, het opstellen van een restauratieplan, herstelwerkzaamheden en periodiek onderhoud. Het bestuur van de Stichting streeft ernaar de historische klokkenstoelen op een historisch verantwoorde wijze in stand te houden en er vindt dan ook regelmatig overleg plaats met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. 
De financiële middelen van de Stichting worden bijeengebracht door donateurs en begunstigers. Bij noodzakelijke reparaties van klokkenstoelen kan, naast subsidie van rijk en gemeente, een beroep worden gedaan op dit fonds van donateurs. 

Verschillende typen klokken 

Sommige klokken werden speciaal voor een bepaald doel gegoten. Het opschrift op de klok herinnert daaraan. Enkele voorbeelden: 
De Banklok was meestal eigendom van het stadsbestuur en werd gebruikt om besluiten van het bestuur rechtskracht te geven. Met de Banklok werden bijvoorbeeld wetten geďmplementeerd of veroordelingen bekrachtigd. 
De Poortklok werd geluid om aan te geven dat na een kwartier de stadspoort geopend of gesloten zou worden. Op die manier werd vaak ook het begin of eind van de werkdag aangegeven. 
De Marktklok (soms ook wel Koornklok of Eierklok genoemd) werd geluid om het begin en einde van de handel op de markt in een stad aan te geven. 
De Tiendklok luidde als het moment was aangebroken om een bepaalde belasting te betalen. 
De Hongerklok. Sommige kloosters behoorden tot de bedelorden. Daar was het gebruik om een speciale klok te luiden op het moment dat de voedselvoorraad op was. De omwonenden werd zo opgeroepen om de kloosterlingen weer van eten en drinken te voorzien. 
De Zandklok werd geluid als er zand moest worden gestrooid tegen de gladheid. De Zandklok werd bijvoorbeeld in Joure geluid.


*) Auteur: Wil Plantinga is verbonden aan de Stichting Restauratie Hulpfonds Klokkenstoel in Leeuwarden. Informatie over de Stichting is aan te vragen bij het secretariaat van de Stichting Restauratie Hulpfonds Klokkestoelen, Hottingastate 47, 8926 PV Leeuwarden.

Het artikel is verschenen in Het Friesch Dagblad, 3 september 2004.