kammen, kamwerk

1. Kammen of kamwerk is het trekken van smalle groeven in natte mortel. De afstand tussen de groeven kan bijvoorbeeld 3 mm zijn. 
Gekamd stucwerk lijkt enigszins op regelmatig frijnwerk, eenj vorm van imitatie-natuursteen. (Bij restauraties wordt meestal gesproken over stuc als het om decoraties e.d. betreft, anders heet het pleisterwerk of pleisterlaag.) Bij kamwerk buiten is het zinvol verticale groeven te maken, omdat horizontale groeven snel vervuilen.
Gekamde mortel/specie/lijm wordt gebruikt bij het bevestigen van bijvoorbeeld tegels.

Methode kamwerk (globaal)
- bepaal welke vorm de groeven moeten hebben; de diepte en breedte van de groeven wordt bepaald door de diepte en tussenafstand van de tanden (de afstand tussen de tanden geven de inkepingen van de kam)
- maak of koop een kam van bijvoorbeeld metaal (zink) met de voorgeschreven, regelmatige openingen (denk aan een lijmkam; frees de gewenste openingen in het metaal en schroef eventueel een houten slee op de kam als dat prettiger vasthoudt)
- hoe groter de tegel, des te groter de vertanding moet zijn (bij onduidelijkheid geldt: een lijmkam met grotere tanden gebruiken is over het algemeen beter dan met kleinere tanden, omdat iets teveel lijm/specie minder erg is dan te weinig)
- gebruik bij niet-vlakke tegels of niet-vlakke ondergrond een grotere vertanding dan gebruikelijk omdat de tegel dan gemakkelijker volledig in de lijm/specie komt te liggen
- elk oppervlak (vlak, gebogen, golvend, dakpansgewijs) vereist mogelijk een ander type kam
- het absorptievermogen van de te plaatsen tegels (hoeveel en hoe snel water door de tegel wordt opgenomen) bepaalt mede de hoeveelheid lijm/specie en dus de vertanding van de kam
- breng geschikte mortel op de ondergrond aan en laat die ietsje harder worden (bij stucwerk: soms zal nog een raaplaag en bij ruwe oppervlakken nog een extra egalisatielaag als ondergrond nodig zijn; de dikte van de toplaag die gekamd wordt, kan ca. 3 mm zijn, mede afhankelijk van de gewenste groefdiepte)
- gebruik bij tegels de juiste soort lijm/specie (denk bij natte ruimten aan waterwerend of misschien zelfs waterdicht; informeer bij bijvoorbeeld tegelhandelaar)
- vorm met de kam groeven in de toplaag van het stucwerk of de lijm/specie
- gebruik iets stevigs (een lat o.d.) om de kam langs te kunnen trekken, zodat er geen golvende groeven ontstaan
- de aansluitingen tussen de "kambanen" en vooral de aansluiting tussen verschillende zijden van het object vergen speciale aandacht
- maak geen draaiende bewegingen met de lijmkam (dan wordt er teveel lucht opgesloten tussen ondergrond en tegel)
- zorg dat er zo min mogelijk lijm/specie door de voegen tussen de tegels tevoorschijn komt (daarom: kleine tegeltjes, dan kleine vertanding)
- er ook een lijmkam waarbij de tanden in een hoek van 45 graden staan t.o.v. het blad ("voor een constante lijmribbel en vermijdt overbelasting van de pols")
- vooral voor grotere tegels geldt: dubbel verlijmen (buttering & floating), d.w.z. breng ook een laag lijm/specie op aan de onderzijde van de tegel (dat hoeft geen dikke laag te zijn en hoeft niet in groeven te zijn; je bindt hiermee ook eventueel poeder dat zich fabrieksmatig op de onderkant van de tegel bevindt; buttering slaat op de onderkant van de tegel en floating op de gegroefde laag die op de ondergrond wordt aangebracht; "bij de plaatsing moet je ervoor zorgen dat de lijmrillen van de ondergrond en de tegel zich in dezelfde richting bevinden en de tegel correct ingeschoven kan worden met een heen- en weerbeweging, loodrecht op de lijmrillen")
- breng niet teveel lijm/specie in één keer aan (i.v.m. de droogtijd van lijm/specie en een te groot vlak insmeren maakt het leggen onhandig)
- vooral voor grotere tegels kan een handgreep met zuignap handig zijn om de tegel netjes in de lijm/specie te leggen
- aanbrengen van de tegels: maak een enigszins schuivende beweging met de tegel en druk de tegels vanuit het midden naar de randen toe heel goed aan om de lijmrillen plat te drukken en de hoeveelheid lucht tussen tegel en ondergrond tot een minimum te beperken (druk de tegels niet tot op de ondergrond; 100% contactoppervlak van de lijm is misschien ideaal, maar 80% is mooi) 
- gebruik eventueel een tegelkruisje om de voegafstand constant te houden (er zijn ook tegelkruisjes met een hoedje dat aangedraaid kan worden om op een eenvoudige manier de tegels gelijk te leggen).

       
Welke lijmkam gebruik je bij welk soort tegel? (Met dank aan Rubi.)
       
soort tegel afstand tussen de tanden (d.w.z. de breedte van de inkepingen) diepte van de inkepingen notatie vertanding *)
heel kleine tegeltjes (mozaïek) 3 mm 3 mm 3x3
wandtegel 15x15, 20x20, 20x25 cm 6 mm 6 mm 6x6
wandtegel > 20x25 en < 30x60 cm 8 mm 8 mm 8x8
wandtegel >= 30x60 cm 10 mm 10 mm 10x10
vloertegel < 50 cm 10 mm 10 mm 10x10
vloertegel 60x60 cm **) 12 mm 12 mm 12x12
vloertegel > 60x60 **) ***) 15 mm 15 mm 15x15
       
*) soms is er een notatie axdxb (afstand tussen de tanden, diepte van de tanden, breedte van de tanden), maar vaak is de notatie axd (afstand tussen de tanden, diepte van de tanden; en is de breedte van de tanden waarschijnlijk gelijk aan de afstand van de tanden)
**) vooral bij grote tegels wordt dubbel verlijmen aanbevolen
***) bij een tegel van 75x75 cm wordt ook wel een vertanding van 12x12 mm gebruikt


lijmkam; hier met een 8x8 mm vertanding (rubi):


lijmkam met aan één zijde vertanding onder een hoek van 45 graden; hier met een 12x12 mm vertanding (rubi):


zuignap om de tegel netjes horizontaal te leggen (ph tegeltechniek):


stukadoor guido van restauratiestukadoors delstuc bij de restauratie van het mausoleum pieter kruijff bartholomeus & zn op begraafplaats oud-kralingen;
klik voor groter (delstuc):


Mortelproducten tegelwerk en stucwerk
Producten voor het bevestigen van tegels e.d. zijn o.m.:
- lijm: flexibele tegellijm, Omnicol RS e.d. (vlakke keramische tegels op vlakke ondergrond)
- cementgebonden poederlijm, bijvoorbeeld C2 lijm waarbij de 2 wil zeggen "met verbeterde hechting" (vlakke keramische tegels op vlakke ondergrond)
- in een mortelbed (dikke of hobbelige tegels)
- op de natte chape ("dunne tegels worden vaker geplaatst met een natte chape; droge cement toevoegen over deze chape kan zorgen voor een betere hechting van de tegels").

Producten die voor gekamd stucwerk kunnen worden toegepast, zijn o.m.:
- restauratiemortels op kalkbasis van Parex Lanko (in 48 kleuren): Artopiere TF (luchtkalk met wat hydraulische kalk) of Mortier Piere TF (hydraulische kalk met wat luchtkalk) 
- hydraulische kalkmortel van Unilit
- voor een betere hechting kan Fixopierre aan de mortel worden toegevoegd.

Documentatie
- Restauratie Mausoleum Oud-Kralingen (in Mebest juni 2015)

Met dank aan o.m. restauratiestukadoors Anton van Delden Delstuc en aan Rubi, PH Tegeltechniek, Omnicol, Vloerbekleding.net.


2. Kammen is het met een kam trekken van "houtnerven" in natte verf, vernis of lak. Doel is de nerven van hout na te bootsen.
Vergelijkbare technieken werden gebruikt om spiegels in het hout na te bootsen.

De algemene term van deze houtimitaties in lak/verf wordt houten genoemd. Ook werden zelfs versteknaden en kwasten nagemaakt in lak, maar vaker werd goedkoop hout zo geverfd dat het op duurder hout leek. Iemand die marmers of houtsoorten schildert, is een decoratieschilder

Een vergelijkbare techniek is het marmeren, waarmee hout het uiterlijk krijgt van marmer, en marmer nagebootst in stucwerk (stucmarmer).