J-ring

Met de J-ring wordt de vloeimaat van specie voor (zelfverdichtend) beton bepaald. Er wordt bepaald wat de uitvloeiing van de specie is en het risico van blokkering van het mengsel bij een aantal obstakels (de pinnen of staven aan de ring). 
De J-ring bestaat uit een harde ronde ring met een buitendiameter van 324 mm en een dikte van 25 mm met aan de ring bevestigd 16 staven met een diameter van 16 mm en een lengte 100 mm die gelijkmatig verdeeld zijn over de ring. De J-ring is ook verkrijgbaar in een uitvoering met 12 staven en met staven met een diameter van 18 mm.
Bij de J-ring hoort een vultrechter en eventueel een grondplaat met ingegraveerde of gedrukte ringen om gemakkelijk de afstand tot het middelpunt af te lezen.

De test
- bepaal eerst de vloeimaat zonder gebruik te maken van de J-ring (resultaat: vloeimaat d1)
- plaats de trechter in het midden van de ring
- vul de trechter in één keer
- trek de trechter 230 +/- 75 mm omhoog (binnen 3 à 4 seconden)
- de betonspecie vloeit over de plaat
- meet de diameter van de uitgevloeide specie (de zogenoemde J-Ring Flow; resultaat: vloeimaat d2)
- de test mag maximaal 6 minuten duren.

Resultaten van de J-ring test


verschillen tussen normale vloeimaat en met de J-ring
(d1 -/- d2)
:


betekenis:

0 tot 25 mm

geen zichtbare blokkering

> 25 tot 50 mm

minimale tot matige blokkering

> 50 mm

aanmerkelijke tot extreme blokkering


klik op de afbeeldingen  voor groter

opstelling voordat de trechter gevuld is (humboldt):


opstelling met apparatuur van grace:


situatie na omhoog trekken van de trechter en uitvloeien van de betonspecie:


Youtube-filmpje J-ring flow test.

De J-ring wordt besproken in ontwerpnorm EN 12350-12.

Waarom de ring een J-ring wordt genoemd is helaas niet (meer) bekend.

Met dank aan Newa, Humboldt en Grace.

Zie ook bij vloeimaat en consistentiegebied.
Verg. de verschillende Kajima- en box-tests, V-trechtertest.

Eng. J-Ring, J-Ring test