hanggewelf

Ook: druipgewelf. Een hanggewelf is een gewelf dat schijnbaar zweeft en waarvan de "zwevende" ribben op een soort korven rusten. De korf is te beschouwen als een gewelfsleutel (druiper, doorhangende sluitsteen).
Het hanggewelf komt vooral in Engeland in de late Gotiek, in de Perpendicular Style, veel voor, vaak in combinatie met een waaiergewelf. Het hanggewelf is waarschijnlijk vooral een decoratief element, hoewel het in bepaalde situaties een constructieve toevoeging kan zijn toen de beuken en daarmee ook de gewelven steeds breder werden: de krachten worden via de ribben een eindje van de muur gebundeld in de "hang-kegel" en meestal via een forsere rib alsnog naar de gevel doorgegeven. 


klik op de afbeeldingen voor groter

hanggewelf, koor van de christ church catchedral, oxford;
klik voor groter (christ church catchedral):


hangewelf orgelbalkon van de st. laurenskerk, alkmaar (foto edwin van den brink restauratie-atelier utrecht):


hanggewelf van de église saint-pierre, caen, frankrijk, 15e/16e eeuw (copyright dig keur, vademecum de late middeleeuwen, uitgeverij profiel):


hanggewelf, stadhuis brugge, belgië (seniorennet):


hanggewelf, keio plaza hotel, sapporo, japan (keio):


Met dank aan het Instituut voor de Nederlandse taal.

Verg. hamerbalk-kap, "hangmakelaar".

Eng. pendant vault;
Fr. voûte à pendentifs