Fosfateren
is het voorzien van een fosfateringslaag op metalen plaatwerk of
schroeven. Door bijvoorbeeld een ijzer- of staaloppervlak met een fosfaatzoutoplossing te
behandelen ontstaat een kristallijnen metalen fosfateringslaag op het plaatwerk.
De
ontstane laag wordt conversielaag genoemd omdat zij de
onderliggende laag als het ware geschikt maakt voor de volgende laag (meestal
een lak als coating). Het fosfateren van
bijvoorbeeld een geassembleerde auto verbetert de
opeenvolgende lakadhesie en geeft een zekere bescherming tegen corrosie
(roest).
Fosfateren kan zowel in een dompelbadenreeks als in een sproeistraat worden toegepast.
Na het fosfateren wordt er meestal gepassiveerd: de natte
fosfaatlaag wordt minder "open" gemaakt, de poriën worden
"geseald". Passiveren kan worden uitgevoerd in een salpeterzuuroplossing, waarmee dan tevens sporen
van andere vreemde metalen, die op het oppervlak zijn achtergebleven, verwijdert.
Naast ijzerfosfateren is er ook bijvoorbeeld zinkfosfateren waarbij positief opgelost
zink aanwezig is.
Het drie ionenuitwisselingsfosfateerproces (Zn, Mn, Ni) is representatief voor het industriële
proces: een dichte laag fosfaatkristallen bedekt de
aluminiumoppervlakte en deze kristallen leveren verankeringspunten voor lak of
coating. Het proces kan toch zo worden ontworpen dat er met verschillende metalen gewerkt kan worden. Dit is belangrijk voor de gemengde staal/aluminiumauto's, die door bijna alle autofabrikanten worden geproduceerd.
Toepassingsgebieden van fosfateren:
- als (eventueel tijdelijke) corrosiebescherming (ijzerfosfateren wordt
uitsluitend toegepast bij binnenwerk, bijvoorbeeld als gefosfateerde
schroeven voor gipsplaten)
- als hechtverbeteraar voor lakken
- als glijlaag (smeerlaag) bij het persen (dieptrekken) van staalplaat (automobielbouw).
fosfateren, sem-microfoto gefosfateerde aluminiumlegering: |
fosfateren in de automobielindustrie: |
Met dank aan o.m. Tilcoating
en Wikipedia.
Verg. verzinken, anodiseren.
Eng. to phosphate