coupure, dijkcoupure

1. Ook, soms: dijkgat. Een coupure is een door mensen aangebrachte doorgang in een dijk of kade (algemeen: in een waterkering). De coupure heeft aan weerszijden een verticale gemetselde of betonnen dijkwand met daarin meestal één of twee gleuven (groeven, sleuven). In deze gleuven worden bij hoog water of stormvloed balken geschoven (de vloedplanken of schotbalken; de term vloedplank wordt uitsluitend bij zeekeringen gebruikt). De balken sluiten de coupure af, waardoor de dijk weer waterkerend wordt. 
Wanneer er sprake is van twee rijen planken, kan tussen die twee rijen planken klei worden gestort. Klei heeft het voordeel dat eventueel tussen of langs de planken sijpelend water er slecht in doordringt, waardoor een tijdelijke waterdichte waterkering ontstaat.
"De schotbalken werden bewaard in een schotbalkenloodsje (of schotbalkhuisje), een huisje van hout of beton dat op de kruin van de dijk naast de coupure werd geplaatst."
Veel coupures worden in tijd van nood afgesloten om een dreigende overstroming te voorkomen. Een stormvloedwaarschuwing gaat daar meestal aan vooraf. "Het oefenen in het sluiten van coupures is nodig om goed voorbereid te zijn op hoge waterstanden in de rivier. Alle coupures in het gebied van Waterschap Rivierenland - circa 50 stuks - komen eens in de vijf jaar bij oefeningen aan de beurt."
Naast het puur nuttige aspect dat voor veel coupures geldt, zijn ze landschappelijk en soms ook bouwtechnisch interessant.

Bij de coupure van Den Oever in Wieringen is ook een tweetal stevige houten deuren aangebracht (te vergelijken met één van de deurenparen van een sluis), waarschijnlijk om de afsluiting sneller te kunnen realiseren.
Bij de nieuwe coupure van de Diefdijk bij Culemborg, waar de A2 de dijk doorsnijdt, is sluiting mogelijk door een soort valdam, waardoor een viaduct is ontstaan.

Waardoor zijn coupures in een dijk mogelijk?
Door het aanleggen of verhogen van dijken zijn de meer landinwaarts gelegen zee- of rivierdijken vaak niet meer absoluut noodzakelijk, beter gezegd: niet altijd noodzakelijk. De landinwaarts gelegen dijken worden slaperdijken genoemd; deze dijken slapen totdat ze nodig zijn om (extra) bescherming te bieden wanneer er toch water over of door de grotere dijk dreigt te gaan. Wanneer een stuk land aan de "waterzijde" van de slaperdijk als polder wordt gebruikt, kan de slaperdijk een doorgang krijgen, meestal voor een weg die naar en door de nieuwe polder loopt, in een enkel geval voor een spoorweg.


klik op de meeste afbeeldingen voor groter

coupure in het groninger land, met rechts het schotbalkenloodsje
(moors magazine):


coupure in het groninger land met één gleuf voor de vloedplanken (moors magazine):


een oude, lage coupure met twee gleuven bij waarde (ebe de jong):


coupure in den oever wieringen met twee gleuven en een deurenpaar (danyell):


nieuwe coupure in de diefdijk bij culemborg met tussen de "landhoofden" de valdammen (google maps):


nieuwe coupure in de diefdijk bij culemborg (google maps):


voorbeelden van eenvoudige, maar nuttige
vloedplanken:

vloedplank (hydroprotect):


vloedplank (hydroprotect):


vloedplank, deurschot (floodgate):


afsluiting van een ventilatierooster bij een overstroming, door de zwarte "draaidoppen" is het ventilatierooster open of dicht te zetten (floodgate):


Documentatie
- Schotbalken (van ESEP)

De term coupure is Frans: een coupure is een insnijding, onderbreking, weglating van een gedeelte (ook een (klein) bankbiljet), afgeleid van het Oudfranse copeure (het snijden, hakken), een afleiding van het werkwoord couper; bron Etymologiebank

Aangehaalde teksten van Moors Magazine en Waterschap Rivierenland.

Zie ook dijkbewaking.
Verg. raamschot.

Eng. cut


2. In het verlengde van de eerste betekenis is een coupure een doorsnijding of doorgraving in een wal of muur van een vesting of in een inundatiekering (inundatie is een defensieve onderwaterzetting van een bepaald gebied). Bron Stichting Menno van Coehoorn.


3. Een coupure is een afsnijding van een bocht in een weg of rivier.
De Route Impériale no. 2 van Parijs naar Amsterdam liep op het Nederlandse deel veelal over bestaande wegen, maar soms werd er een kronkelig deel afgesneden. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij Abcoude waar een deel van de weg langs de Angstel is omzeild door wat nu de Lange Coupure heet. Doel was een zo recht mogelijk traject te hebben. (Het deel Parijs-Antwerpen was al aangelegd. In 1811 begon men met het deel Antwerpen-Amsterdam en al in 1813 was hij over vrijwel het gehele traject gereed!)


lange coupure bij abcoude (van rode x naar rode x);
klik op de afbeelding voor de locatie in google maps (google maps):


locatie bij de bovenste x in bovenstaande afbeelding in google maps, waarin de wens naar een rechte weg duidelijk uitkomt:


4. Een coupure is een V-vormige groef die in een blok natuursteen wordt gehakt als voorbereiding van het kloven van het blok (kloven is het splijten van het natuursteen volgens de gewenste snede). Bron Bouwkundige termen van Haslinghuis en Janse.