breeuwen

Ook: kalfaten, kalefaten, kalefateren, drijven, spalmeren, tengelen, pappen. Breeuwen is het waterdicht maken van de naad tussen de planken van houten scheepshuiden, scheepsdekken, sluisdeuren e.d. De naad wordt eerst opgevuld met breeuwwerk (harpluis) en een strijkmiddel om de gevulde naad geheel waterdicht te maken. Voor breeuwwerk wordt een uitgeplozen touwsoort gebruikt (vroeger vaak hennep, tegenwoordig katoen) en het strijkmiddel was een verwarmd mengsel van teer en hars (pek). Na afkoeling wordt het overtollige pek verwijderd. 
Het breeuwen gebeurt door het touw in de naad te zetten en met de breeuwhamer (breeuwkalfaat) op het beitelvormige breeuwijzer (breeuwmes, kalfaatijzer) te slaan dat het touw in de naad drukte.  

Als strijkmiddel worden tegenwoordig o.m Shell Tixophalte of Tenco dakcoating.Middendik gebruikt ("een vloeibare bitumencoating, versterkt met onverwoestbare vezels; geschikt voor onderhoud en reparaties van naden en haarscheuren in bitumineuze dakbedekking en goten; afwerken met leislag of Tenco Dakzilver").

In zeer bijzondere gevallen werd breeuwen ook toegepast bij het waterdicht maken van een wand of vloer van natuursteen.


breeuwwerk (foto els van hoof)


strijkmiddel teerwerk (m.s. bernisse):


gereedschap bij het breeuwen (tekening gep frederiks in spiegel der zeilvaart maart 1986):


breeuwen, oud en nieuw;
klik voor groter (tekening gep frederiks in spiegel der zeilvaart maart 1986):


Documentatie
- Artikel over breeuwen (van S. Gerrritsen)

- Uitleg breeuwen met veel mooie oude termen


De term breeuw(en) is afgeleid van het Protogermaanse brewo (rand), dat ook ten grondslag ligt aan het Middelnederlandse brauwe (rand, kroonlijst), denk ook aan het woord wenkbrauw; bron Etymologiebank. Het gaat bij het werkwoord breeuwen immers om de randen van de open naad te bedekken.

Met dank aan de Grote Nederlandse Larousse Encyclopedie, m.s. Bernisse, Vaartips, Tenco verf en beits.

Verg. breeuw (zijkant rieten dak).

Eng. to caulk