biljoen

1. Soms: beljoen (?). Biljoen is meestal een wat bredere variant van een velling. Een biljoen is daarmee het in de lengterichting afgeschuinde deel van een hoek van een stenen of houten element, bijvoorbeeld van een muurhoek of pilaar, een stijl in een raam kozijn, de onderzijde van traptreden o.d. 
Biljoenen komen veel voor bij de pilaren in een gotische kerk. Vaak stopt de afschuining ergens aan boven- en onderzijde van de pilaar, waardoor er een driehoekig vlakje ontstaat, dat kapel wordt genoemd.

Voordeel van een biljoen is dat de scherpe hoek tussen de vlakken steen of hout wordt"afgevlakt" waardoor de kans op beschadigen van de hoeklijn minder groot is.


biljoen met kapel (copyright dig keur, vademecum de late middeleeuwen, uitgeverij profiel):


een eenvoudig biljoen (foto joostdevree):


Afbiljoenen (afschuinen) is een wat bredere schuine kant schaven of houwen aan een houten of stenen object.
Beloen is de benaming van de afgevijlde of afgeslepen kant van een stuk metaal (werkwoord is beloenen).

Met dank aan o.m. Dig Keur en Jean Penders.

Verg. velling (vellingkant), afgewolfd, afschuining, keeplat, lepe steen, mutulus, negge


2. Andere betekenissen van biljoen: 
- miljoen maal miljoen, of duizend miljard (1.000.000.000.000 ofwel 10^12)
- onzuiver goud of zilver (gemengd met minder edele metalen); vals
- afgekeurd geld (vroeger bij edele munten bijvoorbeeld door het wegslijpen van de randjes).