bezettingsgraad en bezettingsgraadklasse

De bezettingsgraad is de grootste oppervlakte die per persoon voor de betreffende bestemming van (een deel van) een gebouw wordt verwacht. 

In het Bouwbesluit is de bezettingsgraadklasse de klasse die de bezettingsgraad van een gebruiksoppervlakte en de bezettingsgraad van een vloeroppervlakte aangeeft. Er zijn vijf klassen: B1 t/m B5. De bezettingsgraad wordt door de aanvrager van een omgevingsvergunning (oude term: bouwvergunning) bepaald. Voor de woonfunctie en het "bouwwerk geen gebouw zijnde" is de bezettingsgraad niet van toepassing.
Hoewel de theorie aardig is om per gebruiksfunctie de bezettingsgraad te bepalen, mede ivm. brandveiligheid e.d., lijkt het wel een voorbeeld van wat ver doorgevoerde overheidsbemoeienis, zie de onderstaande tabel van het Bouwbesluit. 

       

klasse

gebruiks-functie
gebouw

vloer-oppervlakte (VO) aan 
verblijfsgebied per persoon

gebruiks-oppervlakte  
(GO, GBO)
per persoon

B1

 

<= 1,3 m2

<= 2  m2

B2

school, sport (mede voor bezoekers)

1,3 m2 tot 3,3 m2

2  m2 tot 5  m2

B3

bijeenkomst,
gezondheids-zorg (bezoekers)

3,3 m2 tot 8 m2

> 5  m2 tot 12 m2

B4

cellen,
gezondheidszorg (niet voor bezoekers),
kantoor, logies

> 8 m2 tot 20 m2

> 12 m2 tot 30 m2

B5

industrie,
sport (niet voor bezoekers),
winkel, algemeen

> 20 m2

> 30 m2


Factoren die een rol spelen bij de bezettingsgraad:

- gebruiksveiligheid: afmetingen van trappen, aanwezigheid van noodverlichting 
- brandveiligheid: afmetingen van brand- en rookcompartimenten, vluchtroutes, het aantal vluchtmogelijkheden
- gezondheid: ventilatiecapaciteit
- bruikbaarheid: aantal toiletruimten, afmetingen van stallingsruimten voor fietsen.

Met dank aan o.m. Bouwbesluit.

Zie ook gebruiksfunctie van een gebouw, gebruiksoppervlakte, brandcompartiment.

Eng. occupancy classification