bastion

Ook: bolwerk, soms: bastei; dwinger (Groningen, Friesland). Een bastion is een uitspringend deel van een vesting: "een vooruitgeschoven post in een verdedigingswerk ten behoeve van vroegtijdige waarneming van vijanden en als verdedigingswerk". Soms was het bastion met een verdedigingstoren uitgerust (het rondeel is als verdedigingstoren een voorloper van het bastion). Vaak was het bastion alleen de vijfhoekige aarden of stenen uitbouw van een vestingwal, een zogenoemd hol bastion. "Bij een vol bastion is de binnenruimte gevuld met een aardlichaam, een bomvrij onderkomen voor personeel of een remise voor geschut."
Het bastion is oorspronkelijk een Italiaans ontwerp, voor het verdedigen van de langere zijden van de wal.

Een gedetacheerd bastion is een bastion dat door een gracht is gescheiden van de vestingwal.

Een barbacane is ook een vooruitgeschoven deel van een vesting maar is meer een vóórpost bij een ingang van een vesting, dat wil zeggen dat er na de barbacane via een wat smallere doorgang nog een ander verdedigingswerk is.

Een hoornwerk is een buiten de vesting gelegen verdedigingswerk met twee halve bastions, onderling verbonden door een courtine en meestal met de vesting verbonden door lange vleugels.



bastion met ingesnoerde keel, flank, oor, face en saillant (google maps, aerodata international surveys):


het geheel van een vestingwerk (
klik ook op deze afbeelding voor groter,
afbeelding van chris weber, stichting menno coehoorn):


bastion, boedapest, hongarije:


De term bastion is ontleend aan het Franse bastion, uit het Italiaans bastione, een vergrotingsvorm bij bastia dat ontstaan is uit het Oudfranse bastie (gebouw), een afleiding van het werkwoord bastir (bouwen; Nieuwfrans bātir), dat vermoedelijk afgeleid is van het Frankische bastjan (d.m.v. bast verbinden); bron Etymologiebank en Online Etymology Dictionary.

Met dank aan Terminologie vestingwerken van Stichting Menno Coehoorn.

Verg. bastei.

Eng. bastion